Looptraining bij Claudicatio Intermittens
Bij Claudicatio Intermittens (“etalagebenen”) is er sprake van een vernauwing in de bloedvaten in de benen, waardoor de bloedtoevoer naar de benen verminderd is.
De beenslagaders vervoeren zuurstofrijk bloed naar de benen. Aderverkalking kan vernauwingen in de bloedvaten veroorzaken. Bij inspanning van de beenspieren (lopen, traplopen) neemt de vraag naar zuurstofrijk bloed toe. Door de vernauwing komt er te weinig zuurstofrijk bloed bij de spieren en er ontstaat een zuurstoftekort. Dit zorgt voor een krampende pijn in het been bij lopen, die weer verdwijnt als u een tijdje stilstaat. Daarom wordt het ook wel ‘etalagebenen’ genoemd. Deze term is bedacht omdat mensen zich een houding willen geven als zij noodgedwongen moeten rusten.
Oorzaken voor vernauwing in de bloedvaten kunnen zijn: roken, hoge bloeddruk, suikerziekte, een verhoogd cholesterolgehalte in het bloed, overgewicht of te weinig lichaamsbeweging.
Looptherapie
De eerste keus van de behandeling bij patiënten met Claudicatio Intermittens is looptherapie onder begeleiding van een gespecialiseerde fysiotherapeut.Gesuperviseerde looptherapie voor etalagebenen:
- veilige behandeling
- vermindering van klachten in BEIDE benen
- verbetering van conditie en algehele fitheid
- positief effect op ALLE bloedvaten
- aandacht voor een GEZONDERE LEEFSTIJL
- verbetering van KWALITEIT VAN LEVEN
Behandeltraject
Tijdens de intake wordt uw leefstijl besproken (Roken, Voeding, Bewegen). Middels een vraaggesprek, vragenlijsten en een test op de loopband worden uw beperkingen in kaart gebracht.Op basis van specifieke kenmerken en de loopbandtest kunnen er voorspellingen gedaan worden over het te verwachten resultaat van de gesuperviseerde looptraining (GLT).
Aan de hand van de bevindingen wordt er, samen met u, een behandeldoel opgesteld en wordt er besproken welke vorm van looptraining het beste bij u past. Met looptraining kunt u uw uithoudingsvermogen verbeteren en de pijnvrije loopafstand vergroten. U werkt samen met uw fysiotherapeut aan een betere looptechniek. Naast looptraining, is er ook aandacht voor de risicofactoren voor hart- en vaatziekten.
In de eerste 3 maanden traint u 2 tot 3x per week onder begeleiding. Na 3 maanden traint u steeds meer zelfstandig. Gedurende het behandeltraject vindt er na 3, 6 en 12 maanden een evaluatie plaats. Tijdens een evaluatie wordt de vooruitgang besproken en vergeleken met het te verwachten resultaat.